Menu

De overeenkomst van opdracht en de ZZP’er

dinsdag 01 oktober 2024

We zien het in onze branche veel voorbij komen, samenwerkingen met ZZP'ers. Dit kan een fijne vorm zijn waarbij je niet alleen in je eigen vakgebied maar ook met aangrenzende beroepsgroepen kunt samenwerken. Er ontstaat ook vaak verwarring, samenwerken met een ZZP'er is géén dienstverband want daar kies je dan ook nadrukkelijk voor. Er gelden niet dezelfde rechten en plichten en om die goed te beschermen acteert de overheid op zogenoemde 'schijnzelfstandigheid'. Dat gebeurd al jaren, alleen spelen er nu veranderingen in die wetgeving. Ooit was er de VAR-verklaring, waarmee een ZZP’er kon ‘aantonen’ een echte zelfstandige te zijn. Deze regeling werd vervangen door de ‘Wet DBA’ (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie) en moest meer duidelijkheid en minder regeldruk geven – maar realiseerde het tegenovergestelde. Nu heeft de overheid aangekondigd per 1 januari 2025 weer te gaan handhaven op deze schijnzelfstandigheid. Dat maakt het lastig, omdat de spelregels hoe dit wel kan en mag nog niet goed duidelijk zijn.

De overeenkomst van opdracht en de ZZP’er

Nieuwe ontwikkelingen/wetgeving

De Wet DBA gaat op de schop. Naar verwachting zal er in 2025 een nieuwe wet komen waarin ook meer duidelijkheid zou moeten komen over de vraag wanneer je als ZZP’er en als werknemer wordt gekwalificeerd. Wij houden jullie hiervan uiteraard op de hoogte. De fiscus heeft verder aangekondigd vanaf 1 januari 2025 volledig te gaan handhaven op schijnzelfstandigheid (eerder lag daar geen prioriteit). Vorige week werd daarover bekend dat ZZP’ers dan nog geen naheffing of boete krijgen maar een waarschuwing. Opdrachtgevers (die werkgever blijken te zijn) krijgen ook een waarschuwing of een boete van, maar 10% van de verschuldigde inkomstenbelasting met een maximum van € 5.514,-- (normaal is dat 50% zonder maximum). Ook geldt de naheffing met terugwerkende kracht tot 1 januari 2025 (normaal is dat vijf jaar). Desondanks is het verstandig om even serieus te kijken naar de manier waarop de ZZP’er bij jou in de salon werkzaamheden verricht.

Botsende belangen

Er spelen 2 belangrijke ‘belangen’. Enerzijds mist de overheid (premies- en belasting)inkomsten, omdat een ZZP’er (in tegenstelling tot een werknemer) simpelweg minder oplevert. Ook is de overheid ‘bang’ dat de ZZP’er (die dus ook geen gebruik kunnen maken van de sociale vangnetten bij ziekte en werkeloosheid) grote financiële risico’s lopen. Aan de andere kant heeft een échte ZZP’er veel minder rechten dan een ‘gewone werknemer’. Een ZZP’er mist ontslagbescherming, WW, loondoorbetaling bij ziekte en pensioenopbouw. Dit zorgt er óók voor dat sommige werkgevers ZZP’ers inzetten i.p.v. werknemers, omdat die veel flexibeler in te zetten, én te ‘ontslaan’ zijn. Aan de andere kant stellen ZZP’ers (die met een Overeenkomst van Opdracht ergens zijn begonnen) regelmatig eigenlijk ‘werknemer’ te zijn – juist op die momenten dat het ze beter uitkomt (bijvoorbeeld bij ziekte of ontslag). Bijna dagelijks doen rechters uitspraak in zaken die draaien om de vraag: Is het een werknemer of een ZZP’er? 

Werknemer of ZZP’er?

In de rechtspraak is al vastgesteld dat postbezorgers van PostNL en chauffeurs van Uber géén ondernemers zijn, maar werknemers. De vraag of iemand een werknemer is, hing van oudsher af van de vraag of hij 1) loon ontvangt, 2) persoonlijk de arbeid moet verrichten (en zich niet mag laten vervangen) en 3) of er sprake is van een gezagsverhouding. Loon ontvangt iedereen, dus waar scherp naar gekeken wordt is of iemand ‘persoonlijke arbeid’ moet verrichten en/of er sprake is van een ‘gezagsverhouding’.

Gezagsverhouding

Wát er in een overeenkomst staat, wordt ook (steeds) minder relevant gevonden. Zelfs wanneer je opneemt ‘partijen beogen hiermee geen arbeidsovereenkomst te sluiten’, voegt dit niets toe. Uiteindelijk wordt er gekeken naar de praktijk – waarbij vooral de vraag van belang is of er sprake is van een gezagsverhouding (dus of de ‘opdrachtgever’ zich al dan niet inhoudelijk met het werk bezighoudt) maar ook van belang is hoe ‘het betreffende werk organisatorisch in de onderneming is ingebed’. Ziet het werk op het verrichten van (i) kernactiviteiten of (ii) hebben de werkzaamheden een structureel karakter en/of (iii) wat is het organisatorisch kader waarbinnen de werkzaamheden worden verricht (denk aan tijd, aard en plaats van het werk).

Tools

Omdat iedereen worstelt met de vraag “ZZP’er of niet”, heeft de overheid een Tool (“Webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie”) in het leven geroepen, te vinden op: https://www.startvragenlijst.nl/pilotwba en de belastingdienst een (korter) stappenplan (link). Na het doorlopen van deze vragenlijst, rolt er een advies uit – o.b.v. de gegeven antwoorden. Aan deze uitkomst kunnen vervolgens géén rechten worden ontleend én de (ontwikkelingen rond) werkzaamheden van de ZZP’er in de praktijk zal uiteindelijk bepalend zijn voor de vraag: ZZP’er of niet.

Of een persoon als ZZP’er of werknemer de werkzaamheden verricht, zal voornamelijk afhangen van de vraag er sprake is van een ‘gezagsverhouding’. Wát daar exact onder wordt verstaan blijft in ontwikkeling. Ziet het werk op je ‘kernactiviteiten’ of hebben de werkzaamheden een ‘structureel karakter’ dan zal mogelijk iets sneller worden aangenomen dat de ZZP’er werkzaam is als werknemer. Dit brengt als opdrachtgever onzekerheden en risico’s met zich mee en biedt voor de ZZP’er daarentegen ‘kansen’ om aanspraak te maken op beschermingen (ontslagrecht en loondoorbetaling) die hij anders niet had.

Vanuit een fiscaal perspectief hoef je niet meer dan één opdrachtgever te hebben om als zzp’er aangemerkt te kunnen worden. Je kunt 1 opdrachtgever hebben en als ZZP’er worden aangemerkt, zolang er tussen opdrachtgever en de ZZP’er, maar geen gezagsverhouding bestaat. Als de ZZP’er de opdracht naar eigen inzicht uitvoert en de opdrachtgever niet aangeeft hoe, waar en wanneer het werk precies moet worden uitgevoerd en de ZZP’er is ingehuurd als expert omdat de kennis niet binnen de onderneming aanwezig is, zal er zeer waarschijnlijk geen gezagsverhouding worden aangenomen.

Als de ZZP’er echter hetzelfde werk doet als sommige andere werknemers binnen de onderneming en wel instructies ontvangt over hoe dat te doen, dan is er al een vermoeden van een gezagsverhouding. In die situatie heb je wel meerdere opdrachtgevers per jaar nodig.

Oktober, 2024 (Eline de Wit) 

Terug naar nieuwsoverzicht
Chat on WhatsApp
Ja, ik accepteer cookies.

Deze website gebruikt cookies onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden.